De proloog

De proloog met Cor van Steensel

”Draaide daar niet alles om? Mensen helpen… klanten helpen”

De proloog Rotterdam-Rotterdam | 1963-2023
Start Prins Pieter Christiaanstraat 61, Rotterdam | Van Steensel Assurantiën
Finishplaats Prins Pieter Christiaanstraat 61, Rotterdam | Van Steensel Assurantiën
Proloogwinnaar Cor van Steensel

Het is stil en koel in zijn kamer. Dat vindt hij prettig. Net als vroeger, beneden. Dan ging hij graag vissen na een drukke werkdag. Alleen. Op de Rotte. Niks. Eventjes niks.

Bij de herinnering aan vroeger begint hij te glimlachen. Hij betrapt zichzelf erop dat hij de laatste tijd steeds meer aan vroeger, aan beneden, denkt. Dat komt natuurlijk door het aanstaande jubileum. Althans aanstaand… het duurt nog twee jaar dat Van Steensel Assurantiën, zíjn Van Steensel Assurantiën, 60 kaarsjes mag uitblazen. Maar zijn zoon Kees is er nu al druk mee. Van boven volgt hij alle verrichtingen van zijn zoon die trouwens nog steeds witte koffiekopjes heeft. Wit. Wit! In zijn tijd beneden had hij al gezegd dat ze over moesten stappen op blauwe kopjes. Geen gehoor aan gegeven. Onbegrijpelijk. 

Cor loopt naar de boekenkast en haalt er de Plus Assurantie, de nieuwsbrief van Van Steensel, uit. Het is het jubileumnummer 36, verschenen in het najaar van 2013, vijftien jaar na zijn overlijden. Eerlijk is eerlijk, het was een mooi krantje geworden. Met een mooie tijdslijn op de hoofdpagina. Duidelijk. Overzichtelijk. Hij had zelf alleen voor een diepere kleur blauw als achtergrond gekozen. Deze kleur blauw was te flets. Dat had Kees moeten zien.

Hij bladert niet door het krantje, maar houdt zijn vinger bij de tijdslijn. 

1949. Start bedrijf Piet en later Cor van Steensel aan de Vletstraat.

Mooi was dat. Cor zelf was 19 jaar. Zijn jeugdjaren kan hij zich nog verbazingwekkend goed herinneren. Hun vader Kees was waterstoker. Wat heet! Hij was dé waterstoker van het Oude Noorden. Zijn moeder was een lieve zorgzame vrouw. Ze gaf het leven aan drie kinderen. Piet, Suzanne en Cor. Zijn zusje Suze was in een teil kokend heet water gevallen. Ze kwam erbij om. Drie jaar. Werd twee jaar daarna geboren. In 1930. Wat een verdriet moet zijn moeder hebben gehad. Er werd beneden nooit veel over gesproken. Boven ook niet trouwens. Recht tegenover de waterstokerij aan de Vletstraat van zijn pa was het verzekeringsavontuur van zijn broer Piet en van Cor begonnen. In 1949.
Het leek eeuwen geleden, alsof het gisteren was… mijn hemel… (hier moest hij lachen, want dat was precies waar hij zich sinds 1998 bevond).

1963. Cor van Steensel begint C. van Steensel Jr.

Dat was op de Bergweg ja. Althans. Daarheen verhuisde hij in 1966. Wat een carrièremove. Eigenlijk had hij leraar willen worden, maar zijn gehoor had hem in de steek gelaten. Best belangrijk als leraar. Hij moest lachen. Op latere leeftijd maakte hij bij gelegenheid gebruik van dit euvel. Altijd handig om iets níet te willen horen…

Cor van Steensel


Hij grinnikte terwijl hij op het grote scherm keek wat er beneden gebeurde. Niet veel bijzonders. Zijn zoon Kees was aan het werk. Dat beviel hem. Cor begon automatisch te tekenen als hij zijn zoon zag werken. Poppetjes. Figuurtjes. Mensjes. Met drie handen en achttien vingers. 

1988. Kees van Steensel komt in bedrijf

Cor kijkt naar het fotootje van Kees in Nieuwsbrief 36. Kees houdt zijn kin vast en glimlacht. Niet uitbundig. Maar dat hoort ook niet. “Trots op jubileumeditie” staat er als kop boven. Trots. Trots. Van trots koop je geen brood jongen. Cor had het woord trots nooit hardop uitgesproken. Maar hij was het weldegelijk. Trots op zijn bedrijf. Zijn familie. Wie ze waren. Wie ze zíjn. Wat hij niet allemaal had gedaan voor zijn klanten. Hij dreef verzekeringsmaatschappijen tot wanhoop als hij wíst dat een claim van een klant terecht was. Met de feestdagen ging hij zelf gevangen snoekbaars langs de klanten rondbrengen. Nu heeft iedereen zijn mond vol over de natuur, over duurzaamheid. Modewoorden zijn het geworden. Ha. Hij kende vroeger íedere plant, íedere boomsoort, íeder levend wezen rondom de Bergse Achterplas bij naam. Zo graag kwam hij in de natuur. De natuur geeft… wild, paling… snoekbaars. Maar de natuur neemt ook. Als de natuur eenmaal genomen had, kwam je hier terecht. Hier. Boven dus.

1998 Overlijden Cor van Steensel

Bizar. Of ja. Eigenlijk ook weer niet. Cor was in 1997 al eens gewaarschuwd. Zijn eerste hartaanval. Maar wat te doen na zo’n eerste? Een beetje achter de geraniums zitten? Niets voor hem. Kom eens op. Cor staat op en haalt wat ingelijste familiefoto’s van de vensterbank. De trouwfoto met Edeline, zijn “Edje”. Zo’n lieve vrouw. Ze ging hem in 1973 voor naar boven. 42 Jaar werd ze. Darmkanker. Klote ziekte. Bah. Moesten zijn jongens Kees en Rob het zonder moeder doen. Jaren later ontmoette hij Mieke. Toch nog een mooie tijd gehad samen. Maar toen kwam die fatale zondag 25 januari 1998. Hij moest op zijn 67e zo nodig nog een rondje hardlopen. Waarom, vraag je je achteraf af, waarom… maar achteraf kijk je een koe… enfin… hij ging na het hardlopen nog even onder de zonnebank liggen om er in slaap te vallen om nooit meer wakker te worden.

De toespraak van Kees had hem geraakt. Ze hadden een menig discussie gevoerd op de zaak. Over de kleur van de kopjes koffie bijvoorbeeld. Enfin, Kees refereerde eraan toen Cor naast hem lag. Hij had gelijk gehad hoor, zijn Kees. Hij was inderdaad een eigenwijs stuk vreten hahaha. Maar hij hád dan ook vaak gelijk. Eerlijk is eerlijk. En hij was creatiever dan zoon Kees. Cor tekende graag. Mooie poppetjes. Kindjes. Dingetjes. Hij maakte nooit normale sneeuwpoppen. Nee. Het waren halve malloten, die sneeuwpoppen van mij hahaha. Kunstwerkjes. Stuk voor stuk. Beneden tekende hij voor óntspanning, hierboven voor de spanning. Het hield hem scherp en bij de les. Daarom tekende hij boven altijd als hij Kees aan het werk zag.

Ja hij was hard geweest voor zijn jongens. Rob werd natuurkundige. Met geweldige cijfers. En Kees? Kees was een sportman een leeuwenhart. Ooit coachte hij het waterpoloteam van Kees. Bij ZV Rotterdam, toen een bescheiden vereniging. Maar door toedoen van Cor, Arie en Siem werden zij mooi Nederlands Kampioen bij de aspiranten. Hee luister eens, dat word je niet als je die gastjes met zachte handen aanpakt. Daar komen stinkende wonden van. “Jij gaat rechten en economie studeren, je kunt toch niets anders klootzak!”

Jazeker. Zo had hij het gezegd. Letterlijk. Keihard. Spartaans, naar voorbeeld van zijn favoriete voetbalploeg. Zijn vrouw was net overleden en hij kon die tent toch zeker niet alleen runnen. Niet op de manier zoals híj vond dat je met klanten moest omgaan. Het gaat niet om geld verdienen. Nee! Je klanten bedienen! Tot het gaatje. Op zijn Rotterdams. Direct. Open. Eerlijk. Vooral eerlijk. Het “warme bakker” gevoel had hij het genoemd. Met gevoel voor drama, natuurlijk, maar íedereen snapte wat ie ermee bedoeld had. De klant, de klant, de klant. Dat was áltijd de filosofie van zijn bedrijf geweest. 

Elf jaar hadden ze samengewerkt, Cor en Kees. 

“Pa we hebben het mooi voor elkaar”, was de een na laatste zin van Kees’ toespraak geweest. “Want Pa is Pa, en daar heb je er maar een van.” In de daarna gevallen stilte moest Cor eventjes slikken. Pas toen had hij gezien hoeveel mensen op zijn uitvaart waren afgekomen. Had ie toch wel iets goed gedaan. Hij lachte.

Cor legde het 50 jarig jubileumkrantje terzijde. Toen was toen, nu is nu. Sinds zijn verhuizing naar boven op 25 januari 1998 hield hij het reilen en zeilen beneden scherp in de gaten. Bijsturen was niet nodig gebleken. Ook niet van hogerhand. Zijn zoon Kees had het goed opgepakt. Heel goed. Hij had een verdomd sterk team om zich heen verzameld. Kees vertrouwde zijn mensen. Góede mensen. Hart voor de zaak. De tijden veranderden zienderogen, dat zag Cor ook wel, maar de kernwaarden.. die moesten intact blijven… dat had Cor gewild en verdomd… dat was Kees ondanks en dankzij alles gelukt. 

Trots? 

Ja natuurlijk was hij trots. Dat liet hij in eigen stijl op zijn geheel eigenwijze wijze blijken. Creatief. Slim. Doordacht. Uniek. Als zijn Kees ter ere van zijn moeder aan Alpe d’HuZes deelnam, gaf Cor hem nét dat extra zetje om niet op te geven. En bijvoorbeeld als Kees met trotse tranen over de Botsograaf van zijn vader sprak. 

En tot slot als Kees iets deed voor de medemens. Voor de klant. En dat deed zijn zoon genoeg. Draaide daar niet alles om? Mensen helpen… klanten helpen… simpel toch?