Thomas, de ongewoon gewone vraagbaak van
Van Steensel
‘De geschiedenis van een mens is zijn karakter.’ Johann Wolfgang von Goethe
Etappe 4 Rotterdam-Rotterdam | 15 januari 2021
Start Prins Pieter Christiaanstraat 61, Rotterdam | Van Steensel Assurantiën
Finishplaats Prins Pieter Christiaanstraat 61, Rotterdam | Van Steensel Assurantiën
Etappewinnaar Thomas van Nieuwkasteele
Niets is wat het lijkt.
Op de trap in de hal van Van Steensel Assurantiën legt fotograaf Peter Dane zijn collega Thomas vast. Thomas heeft op dat moment voor mij nog geen achternaam. Thomas is Thomas. Hij is keurig maar bepaald niet opvallend gekleed, hij glimlacht voor de foto maar niet uitbundig.
Maar niets is wat het lijkt.
In de kamer van Kees drinken we koffie en stelt Thomas zich keurig voor als Thomas, geboren 28 mei 1982 te Schiedam. Niets bijzonders. Thomas, Kees en ik zijn het eens over het weer. Dat is pet. En Kees heeft nog hinder van zijn schouder. Het is amper drie weken na zijn operatie, dus nog altijd niets nieuws onder de zon die vandaag, we schrijven vrijdag 15 januari 2021, om 8:42u, weliswaar achter de wolken maar toch, opkwam.
Zoals het wolkendek de zonneschijn deze ochtend camoufleerde, zo versluiert Thomas’ doodgewone voorkomen zijn zijn, zo wordt gaandeweg het gesprek duidelijk. Het is even prikken, het is schuren, het is plagen, het is wennen, het is ontwennen. De eerste openbaring volgt al snel als Thomas weldegelijk een achternaam blijkt te hebben:
‘Van Nieuwkasteele. Met dubbel e. Zonder n.’
‘Weer eens wat anders dan Van Nieuwkerk’, antwoord ik, een voorschot nemend op de Klassieker van aanstaande zondag, al lijkt Thomas mij niet direct een type die de Hofpleinfontein induikt als Feyenoords nieuwe spits Pratto in de laatste minuut voor de winnende treffer tekent.
‘Wat bijzonder. Vlaams?’
‘Nee. Van Nieuwkasteele is een oud-Hollandse naam, stammend uit de tijd van Napoleon. Iedereen moest toen een achternaam krijgen. Eén van mijn voorvaderen moet koetsier zijn geweest bij een nieuw kasteel. Vandaar dus.’
Ongewoon gewoon. Dat zijn mensen bij wie niets is wat het lijkt. Thomas van Nieuwkasteele is er een prototype van. Hij gaat verder:
‘Mijn moeder is van Britse komaf. Zij leerde mijn vader, een echte Rotterdammer, kennen tijdens een zomervakantie aan het Meer van Genève. Dit jaar zij ze vijftig jaar getrouwd.’
“Ongewoon gewoon. Dat zijn mensen bij wie niets is wat het lijkt. Thomas van Nieuwkasteele is er een prototype van.”
Thomas van Nieuwkasteele is dus half Brits. Hij zegt het alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Zoals u en ik een halfje wit bestellen bij de bakker.
‘Mijn vader werkte net als mijn opa in de haven. Kisten fruit sjouwen. Maar hij wilde varen. Hij behoorde tot de laatste crew van de cruiseschepen van de Holland-Amerikalijn. Hij deed er van alles. Later was hij kok op een kustvaarder. Maar mijn opa in Engeland wilde perse dat hij een stabielebaan zou hebben als hij zijn dochter wilde trouwen. Zeemannen waren armoedzaaiers, zo vond hij. Daarop solliciteerde mijn vader op een vacature van Victoria Vesta. Dat was begin jaren zeventig. De eerste twee jaar heeft hij nog deur aan deur geld geïncasseerd. Zo’n carrière dus.’
Een echt talent op school noemt Thomas zichzelf niet. ‘Geen interesse’, zo laat hij nuchter weten. Voor het eerst mengt Kees zich in het gesprek:
‘Daar blijf ik me ook over verbazen, als je ziet wat een verzekerings-nerd Thomas nu is. Hij is echt de vraagbaak van Van Steensel. Zelfs ik consulteer Thomas regelmatig. In ons vakgebied ken ik inhoudelijk eigenlijk geen betere.’
Het zal je maar gezegd worden. Thomas reageert innemend en bescheiden. Hij staat zichzelf slechts een klein reepje trots toe. Er valt een stilte waarin ik ruimte maak voor een bliksemsnelle reflectie: de wereld heeft een ernstig tekort aan integere, geduldige, serieuze, vakkundige en bescheiden mensen als Thomas van Nieuwkasteele. En het gaat verder:
‘Ik ging dus van de HAVO naar de MAVO. Mijn buitenlandse talen waren hopeloos. Maar ik wilde tóen al doen wat mijn vader deed… de verzekeringen in dus… en zodoende haa….’
‘Sorry ik ga je onderbreken Thomas, maar wat ís dat toch in hemelsnaam met jullie? Ik hoorde dat al meermaals van Kees zelf, die passie voor assurantiën, maar ook van Chris Borgdorff in de tweede etappe… hij wilde ook niets liever dan zijn vader opvolgen.’
‘Mensen helpen. Dát is verzekeren in de kern.’
Hoogtijd voor een eerste serieuze speldenprik:
‘Mijn wijlen vader heeft ook een carrière van 42 jaar in de verzekeringen gehad. Bij de RVS. Maar geen haar op het hoofd van mijn broer of van mij om de verzekeringen in te gaan… met alle respect…’
Al is het mij menens, Kees en Thomas kunnen lachen om de anekdotes-in-één-minuut van mijn puberleven (bier-sigaretten-rockbandjes-cafés-slechtbetaaldeoptredens) dat zich met van alles bezighield, behalve met verzekeringen.
‘Mijn moeder had kanker in die tijd, dus de onzekerheid en angst waren voor mij motivatiebronnen om voor dit vak te kiezen. Zo’n ziekte geeft toch een andere mindset, het doet wat met je verantwoordelijkheidsgevoel…’
‘…het lijkt haast op mijn verhaal’, vult Kees aan, ‘mijn moeder was ook ernstig ziek toen ik puber was, alleen heeft zij het niet overleefd helaas. Zo’n tragedie vormt je wel. Als puber en vanzelfsprekend later als mens.’
Hierdoor komt de carrière van Thomas op jonge leeftijd onbedoeld in een stroomversnelling terecht, niet in de laatste plaats door toedoen van zijn vader:
‘Hij gaf les aan medewerkers maar ook aan de kinderen van de assurantiekantoren waar hij als accountmanager van De Goudse langskwam. Toen ik op de Meao zat heeft hij mij in het eerste jaar ook thuis les gegeven. Op mijn zeventiende, dat was in 1999, had ik daardoor al mijn Assurantie-B gehaald. Ik was een van de jongste die dat examen deed. Een jaar later kwam ik al parttime te werken bij Verzekeringsbeheer in Rotterdam. Ik was op jonge leeftijd al heel serieus en heel volwassen. Al was ik gek op verzekeringen, ik wilde eigenlijk nóg liever geschiedenis studeren, maar dat ging niet. Maar dat gemis haal ik nu in. Aan de Open University van Milton Keynes. Ik heb al vier van de zes modules gehaald. Nog twee en dan ben ik Bachelor of Arts.’
Goed. Recapitulerend is de man die op anderhalve meter van mij zit dus de half-Britse verzekerings-nerd, de vakidioot, de vraagbaak van Van Steensel, de Bachelor of Arts-to-be Thomas van Nieuwkasteele, afstammeling van een koetsier die in de tijd van Napoleon Bonaparte op zoek was naar een nieuw kasteel.
En alsof het allemaal nog niet genoeg is, laat Thomas ook nog eens weten dat hij in zijn vrije tijd graag strategische bordspellen speelt. Wat dat inhoudt? Met vrienden een weekend lang het Ardennenoffensief naspelen. ‘Maar we drinken er ook een biertje bij hoor’, voegt hij knipogend toe.
Kees speelt er direct op in:
‘Ik geef Thomas inderdaad alle ruimte voor die studie. Kijk, wij zijn een familiebedrijf en vinden het belangrijk dat mensen zich persoonlijk kunnen ontplooien en ontwikkelen, ook al heeft dat in Thomas’ geval inderdaad geen directe raakvlakken met onze verzekeringswerkzaamheden.’
Het is voor Thomas een geruststellende gedachte dat hij weldegelijk op universitair denk- en leerniveau mee kan en omschrijft dit gegeven als een overwinning op zichzelf. Het zegt iets over zijn discipline en toewijding. Gaandeweg zijn leven weet hij steeds gerichter wat hij wil. Thomas is een gevoelsmens en het gevoel is in 2005 als hij solliciteert bij Van Steensel meteen goed. Ja, het is zeker de aangename en ongedwongen werksfeer, maar doorslaggevend voor Thomas is toch vooral de pertinente wil om dienstverlenend voor de klant te mogen werken.
Onder de vleugels van Kees ontwikkelt Thomas zich binnen vijftien jaar tijd als een (met álle vormen van respect bedoeld) vakidioot die beschikt over alle denkbare papieren en diploma’s en die bovendien intern en extern bekend staat als dé vraagbaak. Kees noemt hem een verzekeringsorakel, ik noem hem een wonderkind. En aangezien volgens Goethe de geschiedenis van een mens zijn karakter is, geeft ons wonderkind ook nog eens karakterologisch blijk van trouw en empathie als hij zijn leven met zijn wederhelft Else-Marijn en hun zoontje Valentijn beschrijft:
‘Ik leerde Else-Marijn bijna veertien jaar geleden kennen. Zij zei al meteen last te hebben van een stoornis in het evenwichtsorgaan die aanvankelijk moeilijk te diagnosticeren bleek voor artsen, met alle gevolgen van dien met betrekking tot arbeidsongeschiktheidsverklaringen en dergelijke. Maar het was liefde op het eerste gezicht dus ik ondersteunde haar vanaf dag één in die strijd. Na jarenlang knokken en zoeken hadden we eindelijk een arts in het Erasmus gevonden die haar stoornis officieel diagnosticeerde. Na aanleiding van die diagnose, kon het juiste revalidatietraject worden gestart, waardoor Else-Marijn zo goed als volledig is hersteld Dat is al met al niet eenvoudig geweest. ’
‘En jullie zoontje? Valentijn?’
‘Hij is bijna vier jaar. Het is nog niet officieel vastgesteld, dat kan op deze leeftijd niet, maar het vermoeden bestaat dat hij hoogbegaafd is. Twee ervaringsdeskundigen hebben afgelopen zomer ons vermoeden bevestigd. Zij vermoeden dat Valentijn cognitief 6 tot 8 jaar is. Aangezien hij emotioneel wel zijn werkelijke leeftijd is, geeft dit wel een behoorlijke uitdaging.’
‘En waaruit blijkt zijn hoogbegaafdheid?’
‘Onlangs gingen we naar Blijdorp. Vroeg hij me “papa, waar zijn ze nou gebleven?”. Ik vroeg hem wie of wat hij bedoelde. “Die babyijsbeertjes”, antwoordde hij. Ik stond perplex. Die babyijsbeertjes had hij inderdaad gezien in Blijdorp… toen was hij anderhalf…’
De geschiedenis van een mens is zijn karakter – een uur geleden stond een andere Thomas te modelleren voor de lens van Peter Dane dan de Thomas die we inmiddels hebben mogen leren kennen. Thomas haalt zijn neus op voor de tand des tijds, doet niet mee aan modegrillen en laat zich niet beïnvloeden door nieuwerwetse inhoudsloze nietszeggende uiterlijkheden. Thomas van Nieuwkasteele heeft die heilloze flauwekul niet nodig, what you see is what you get, en precies als ik dat alles heb vastgesteld tikt Kees beleefd met zijn kopje op zijn schoteltje:
‘En ik heb nog een nieuwtje. Dit weet, buiten Thomas zelf, nog helemaal niemand, maar ik ben er heel trots op dat ik kan mededelen dat ik Thomas per 1 januari 2021 benoemd heb tot adjunct-directeur van Van Steensel Assurantiën…’
En Thomas van Nieuwkasteele zou Thomas van Nieuwkasteele niet zijn als hij niet bescheiden zou glimlachen, niet beleefd zou bedanken voor het gesprek omdat ondertussen een klant zijn hulp verwachtte en voor de ongewoon gewone Thomas is niets belangrijker dan dat.
Gelukkig maar, want die bewuste klant van vrijdagochtend 15 januari 2021 was ik zelf.