De elektronische denkers van Endenburg
“Sociocratie is een bestuursvorm die uitgaat van gelijkwaardigheid van individuen.”
Etappe 10 Rotterdam-Rotterdam | 29 juni 2021
Start Prins Pieter Christiaanstraat 61, Rotterdam | Van Steensel Assurantiën
Finishplaats Prins Pieter Christiaanstraat 50, Rotterdam | Endenburg
Etappewinnaars Job Knoester en Rik Kant
Als Kees meteen bij binnenkomst de prachtige wielershirts van De 60 Etappes van Van Steensel aan Job Knoester en Rik Kant overhandigt, volgt voor het eerst deze tour een gesprek over het fietsen zélf, want Knoester en Kant blijken fietsliefhebbers. Tijdens een door Endenburg verzorgde lunch passeert de ene na de andere bergtop de revue, bespreken we de buitenaardse heerlijkheden die de vélo ons stervelingen gunt en laat Rik -hoe kan het ook anders gezien zijn beroep- weten dat hij zijn mountainbike hoogstpersoonlijk in elkaar heeft gezet.
‘Dat vind ik prachtig. Research doen, alle onderdelen verzamelen en voordat je het weet, heb je gewoon je eigen fiets gebouwd.’
Gewoon dus. Job en Kees knikken eendrachtig en beamen dat er inderdaad niets mooiers bestaat dan het eigenhandig assembleren van je fiets. Dat mijn voorkeur uitgaat naar de romantiek van snot, valse lucht, aangekoekt zweet, derde ballen en zó afzien tot er zwarte vlekken in je oogkassen verschijnen, besluit ik maar achterwege te laten. Van fanatieke technici win je het immers nooit.
Tot dat moment is er geen vuiltje aan de lucht. Mathieu van der Poel rijdt immers in het geel, we erkennen alle vier (technicus of niet) de overrompelende heerschappij van het hooggebergte (met de Stelvio als summum) en we erkennen de smaak van appeltaart die tijdens een fietsrondje met je vrienden per definitie lekkerder smaakt dan die van je schoonmoeder op de bank op moederdag.
Niets of niemand kan ons iets maken, maar schijn bedriegt. Het gesprek krijgt dan ook een verrassende wending als Job Knoester, voormalig algemeen directeur (2006-2021) van Endenburg, als vanuit het luchtledige laat vallen:
‘Gerard Endenburg zei altijd “alle mensen zijn verschillend. Tegelijkertijd zijn alle mensen gelijkwaardig.” Dat is in feite het uitgangspunt van de sociocratie. En daarmee dus van ons elektrotechnisch bedrijf Endenburg.’
Om deze merkwaardige, onaangekondigde en uiterst uitdagende koppeling tussen elektrotechniek, bestuurskunde, filosofie en zelfs een vleugje politiek te kunnen begrijpen, zijn we verplicht het verleden in te duiken. Job Knoester neemt ons aan de hand, Kees en ik hangen ademloos aan zijn lippen:
‘Endenburg is in 1928 aan de Korte Kade in Rotterdam-Kralingen ontstaan onder de naam Kroef. In 1950 nam de heer Gerard Endenburg Senior het bedrijf over. Sindsdien heet het dus Endenburg. In 1959 trad zijn zoon Gerard Endenburg Junior in dienst. Hij bracht het sociocratische principe in dit bedrijf. Gerard Endenburg Junior is, mag ik wel zeggen, een levende legende.’
We moeten nog dieper graven. Rik Kant, niet onbekend met de onnozelheid van de niet-wetende, glimlacht. Kees vervolgt:
‘Gerard Endenburg, Junior ja!, is momenteel 88 jaar. Hij heeft nog altijd een kantoorruimte boven ons, naast Lievaart dus. Hij werkt nog altijd.’
Kees wijst naar buiten, want het pand van Van Steensel Assurantiën ligt pal naast dat van Endenburg.
Gerard Endenburg: ‘Alle mensen zijn verschillend.
Tegelijkertijd zijn alle mensen gelijkwaardig.’
‘Gerard was, is, hoogbegaafd’, zegt Job. ‘Hij was bekend geraakt met de sociocratie door toedoen van Kees Boeke bij wie hij in de jaren veertig in Bilthoven in de leer was. Na zijn ingenieursstudie elektrotechniek werkte Gerard korte tijd bij Philips. In 1968 nam hij de bedrijfsleiding van zijn vader over.’
Tot zover de geschiedenis. Tijd voor de bestuurskundige filosofie van de Rotterdamse professor aan de faculteit Economische en Bedrijfswetenschappen van de Universiteit van Maastricht, Gerard Endenburg. Enkele dagen na dit gesprek zoek ik al googelend verdere duiding.
“Alle mensen zijn verschillend”, zo lees ik, “maar tegelijkertijd zijn alle mensen gelijkwaardig. Mijn hele leven heb ik gewerkt aan een besluitvormingsmethode die recht doet aan die gelijkwaardigheid. Je gaat uit van wat mensen delen. Dat maakt niet alleen de effectiviteit van organisaties groter, maar ook de leefbaarheid van de samenleving.”
Was getekend Gerard Endenburg die de lat hoog legde en die zijn opvolgers met een loodzware erfenis opzadelde. Of is dat te negatief gesteld? Job Knoester in een prettig Haags accent dat vrolijk stemt:
‘Op het gebied van duurzaamheid was Gerard zijn –lees onze- tijd vér vooruit. Hij liep voor de muziek uit. Dat was wel wennen ja. Ik had jarenlang bij Imtech gewerkt, daar ken ik Rik ook van, en kwam via een headhunter bij Endenburg terecht. Het bedrijf zat toen in een lastige fase. Toch zag ik potentie. Maar al snel werd ik geconfronteerd met de langzame besluitvorming. Sociocratie klinkt prachtig, maar kent ook zijn keerzijde. Iedere vergadering leek op een Poolse landdag.’
Endenburg heeft een Topkring (een stichtingsbestuur) dat bestaat uit Extern Deskundige (Commissarissen), directie en medewerkers. Besluitvorming rust bij de Topkring. De laatste jaren worden vergaderingen met relevantie voorgezeten door de onafhankelijke gespreksleider Pieter van der Meche, directeur van het Sociocratisch Centrum Nederland (SCN), waarmee de neutraliteit gewaarborgd is en vooringenomenheid voorkomen wordt.
In de beginjaren kost het Job Knoester tijd en inspanning om Gerard Endenburg te overtuigen dat de tijden veranderen. Als een smid moet hij het sociocratische gedachtengoed in een mal zien te gieten die zowel eer doet aan de basisprincipes van Gerard Endenburg, maar die tegelijkertijd voldoet aan de eisen die passen bij de moderne wereld.
‘Om te overleven moesten we veel meer klantgericht werken. Bovendien kende Gerards winstdelingsmodel ook zijn schaduwzijde. In theorie klopt alles, maar de praktijk is vaak weerbarstig. Ik heb vijftien jaar lang de kar mogen trekken en ik kijk er met bijzonder veel voldoening op terug. Endenburg is inmiddels een financieel zeer gezond bedrijf. Ik was een blij en trots man toen ik in januari 2021 het stokje mocht overgeven aan Rik.’
‘Fouten maken móet!’
Nadat Rik Kant (46) de nodige werkervaring heeft opgedaan bij Heijmans en Imtech is hij in 2016 op zoek naar een nieuwe uitdaging en die uitdaging luistert naar de naam Endenburg. Ook Rik moet zich de sociocratische bedrijfscultuur eigen maken, vanzelfsprekend, maar genoeg daarover. Zoals Aristoteles al zei: ”Plezier in het werk maakt perfectie in het werk”, Dus is de vraag gerechtvaardigd wát de techniek nu precies zo boeiend maakt:
‘Ik had dat vroeger al. Zo kocht mijn vader het casco van een boot, die wij vervolgens samen onderhielden. Ik zit altijd te sleutelen. Qua opleiding heb ik Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde gestudeerd op MTS- en aansluitend HTS-niveau. Van meet af aan had ik het gevoel alsof ik hier al jaren werkte. Ik weet mijn eerste les nog goed: fouten maken móet.’
Het moet hebben gevoeld als een levensles voor Rik. Het fouten-maken-móet-principe van Gerard Endenburg staat haaks op het gangbare fouten-maken-mág of, nog erger, fouten-maken-mag-niet.. Rik voelt zich al snel als een vis in het water en is onder de indruk van de aansprekende panden en prestigieuze projecten die Endenburg in beheer, respectievelijk ontwikkeld heeft:
‘Ga maar na. De kubuswoningen aan de Blaak. Het elektrotechnische onderhoud aan het Hotel Indigo Den Haag. Het Stadhuis in Rotterdam en daarbij nog eens 70 gemeentelijke panden, inclusief het beheer van de datacenters van de gemeente Rotterdam. Noodstroombesturingen bij de militaire luchthaven in Leeuwarden. Verzin maar iets op elektrotechnisch gebied en wij zijn er actief. In het Rotterdamse hebben we sterke banden in en met de haven. Onze mensen zijn deskundig, betrouwbaar en bovendien positief en pragmatisch ingesteld. We werken vanuit de behoefte van de klant. Alle ketens intern werken samen.’
Kortom, de ene hand wast de andere. En over handen gesproken, de technische deskundigheid gaat hand in hand met de transparantie bínnen de gelederen. Leg die transparantie gerust uit als kwetsbaarheid. Rik Kant:
‘We werken niet top-down, maar bottom-up. In de besluitvorming betrekken we altijd een deskundige op zijn of haar specifieke vakgebied. Ik kan niet alles weten. Het verhoogt de betrokkenheid van onze mensen. Ze voelen zich gewaardeerd. Letterlijk en figuurlijk ja. Het werken met ónze mensen enerzijds en met de mensen van buitenaf anderzijds… dát maakt het werken bij Endenburg zo bijzonder. Dit bedrijf is één grote spiegel.’
Endenburg erkent ook zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid en ondersteunt tal van goede doelenprojecten die ook, hoe kan het ook anders, grotendeels worden uitgekozen door de medewerkers zelf. Alleszeggend is het voorbeeld van de toespraak bij Endenburg van een spastische vrouw in een rolstoel waarin zij het personeel persoonlijk bedankt voor de financiële ondersteuning. De tranen springen in de ogen van de medewerkers. Hun inspanning dééd ertoe. Oprechte betrokkenheid blijft niet bij woorden, het zit hem in de daden. Altijd en overal.
‘Kijk nou! Daar rijdt-ie!’, zegt Kees plotseling. En het klopt. Op precies dat moment rijdt op de Prins Pieter Christiaanstraat de 88-jarige eigengereide Gerard Endenburg in zijn aangepaste seniorenvoertuig voorbij. Verrassing, respect en ontroering strijden om voorrang. De passerende professor Gerard Endenburg trekt ons voorwaarts in de tijd terug.
Tot slot rijst de tamelijk directe vraag óf en, zo ja in welke mate, de bijzondere bedrijfsfilosofie van Endenburg van invloed is op de privélevens van Job en Rik. Job bijt het spits af:
‘Ik durf best te zeggen dat ik in mijn gezin inderdaad meer overleg pleeg sinds mijn 15-jarige dienstverband bij Endenburg.’
Waarop Rik, de fietser pur sang, lachend repliceert:
‘Ik geef toe… als Kees, jij en ik vanmiddag met zijn drieën zouden gaan fietsen, dan zal er weinig blijken van de overlegcultuur van Endenburg, want dan is het ouderwets koersen hahaha!’
Kees en ik kunnen niet wachten.