Etappe 11, ProMobility

De levensstroom van Marc Noyons van ProMobility

 “Wij Noyons geven nooit op!” 

Etappe 11  Rotterdam-Geervliet | 5 juli 2021 
Start Prins Pieter Christiaanstraat 61, Rotterdam | Van Steensel Assurantiën
Finishplaats Oude Singel 8, 3211 BA Geervliet | ProMobility B.V. 
Etappewinnaars   Marc Noyons   

‘De naam Noyons kent inderdaad een Franse oorsprong…’, zegt Marc Noyons bij de koffieautomaat, ‘…het stamt uit de tijd van de Hugenoten schijnbaar…’ 

Het leven is te vervoegen als een werkwoord. Naast de verschillende persoonsvormen die als jij-ik-wij-acteurs een rol in ieders leven spelen, is er ook een tegenwoordige tijd, een verleden tijd en een toekomstige tijd. Noyer betekent verdrinken. 

Je noie, Tu noies, Il/elle noie, Nous noyons, Vous noyez, Ils/elles noient 

Noyons… laat ons verdrinken. 

Marc Noyons is duidelijk een wij-man met een groot sociaal hart. En ja. We verdrinken in Marc Noyons’ levensstroom… zo boeiend dat het geen boeien kent. 

*** 

‘Ik ben in 1967 geboren in Rotterdam, maar vanaf mijn tweede hier in Geervliet opgegroeid. In deze woonwerkboerderij woonde Boer Piet. Hierachter, wat nu het woongedeelte is, stonden de koeien van Boer Piet. Als kind zette ik ’s ochtends een melkbus met een kwartje erin buiten op zijn stoep. In de middagpauze pikte ik de bus weer vol op. Ik heb een prachtjeugd gehad.’ 

Er heeft zich nogal het nodige afgespeeld alvorens Marc en zijn echtgenote Karin met hun twee kinderen in 2013 de boerderij van Boer Piet betrokken. 

‘Karin is mijn liefde op het tweede gezicht. We kenden elkaar al sinds de Havo, begin jaren ’80. We fietsten samen naar school in Spijkenisse. Na de Havo verloren we elkaar uit het oog.  Veertien jaar 

later kruisten onze paden elkaar weer en toen schoot Cupido raak. Ik woonde in Brielle, Karin hier in Geervliet, op een steenworp afstand van deze boerderij. Morgen zijn we 20 jaar getrouwd.’ 

Marc Noyons is een verteller. Er hoeft geen vraag te worden gesteld. Het leven is een rivier, het is de kunst om een vaarwaardige boot te zoeken. Je laat de stroom het werk doen. Soms dreig je te verdrinken, soms moet je bijsturen. Eigenhandig of met aangereikte peddels. Dat maakt niet uit. Zolang je maar bovenkomt en blijft drijven. Dat is de kunst. Blijven drijven. 

Eén van de spreekwoordelijke peddels luistert naar de naam Kees van Veen. 

‘Kees was voorzitter van de tennisvereniging. Hij had een transportonderneming in Dordrecht. Je zag aan alles dat hij het -zeg maargoed had gedaan. Hij had mij geadviseerd om voor de logistieke sector te kiezen. “Vervoer is van alle tijden”, zo zei hij. Klopt natuurlijk. Ik koos voor de studie Haven, Vervoer & Logistiek Management op hbo-niveau. In Rotterdam. In mijn derde jaar moest ik stage lopen. Kees had zijn transportbedrijf inmiddels verkocht aan Frans Maas. Ik kon er stage lopen bij hun filiaal in Newcastle, Engeland. Een geweldige ervaring.’ 

Na afronding van zijn stage belandt Marc bij het kantoor van Frans Maas in Dordrecht. Hij doorloopt tal van afdelingen en wordt op 22-jarige leeftijd klaargestoomd om transportmanager te worden. Als Kees van Veen definitief van het Frans Maas-toneel is verdwenen, voelt Marc aan zijn water dat hij van koers moet veranderen. Via C. van Heezik komt hij terecht bij Broekman Motorships in de Rotterdamse Waalhaven. 

‘Vanaf dat moment kwam die andere Kees in mijn leven, Kees van Steensel dus, want hij beheerde de verzekeringsportefeuille van Broekman.’ 

Kees: ‘Ja dat weet ik nog heel goed… die groene kaarten Marc… wat een tijd was dat…’ 

De twee mannen beginnen te lachen zoals schoolvrienden doen die herinneringen ophalen. Herinneringen zijn, van welke aard dan ook, onaantastbaar. Ze ontstaan als dromen en blijven in leven bij de gratie van de overlevering. De anekdotes volgen elkaar in een rap tempo op. Marc Noyons importeert rechtsgestuurde auto’s voor de Engelse markt, Kees zorgt voor de groene kaarten voor de auto’s. De woorden opgestroopte mouwen vallen uit beider kelen. Het is aanpakken geblazen, op zijn Rotterdams. Maar aan al het goede komt een eind: 

‘Het liep als een speer, maar we dreigden ook slachtoffer te worden van ons eigen succes. Pinguin Shipping, een grote afnemer uit Engeland, liet weten dat ze de samenwerking met Broekman zouden gaan beëindigen. Ik kon ze geen ongelijk geven… auto’s bleven inderdaad steeds langer aan de kade staan. Bovendien voelde ik niet langer de steun van de toenmalige directie van Broekman.’ 

Pinguin Shipping adviseert Marc om voor zichzelf te beginnen, verregaande samenwerking (“wij gaan met je mee”) wordt toegezegd. Het is de winter van 1997 op 1998. Marc twijfelt. Hij komt niet uit een ondernemersfamilie. Zijn moeder is huisvrouw, zijn vader werkt bij de energiecentrale op de Maasvlakte. Integere, hardwerkende mensen. Om te voorkomen te verdrinken (Noyons!) leert hij van zijn vader voor stabiliteit en zekerheid te gaan…, maar zijn ondernemershart klopt, jeukt en beukt… 

‘Op een bridgeavond vertelde mijn moeder over mijn plannen aan… daar is -ie weer… Kees van Veen. Een dag later nodigde hij me uit voor een kop koffie. We overlegden mijn plan, Kees zag het helemaal zitten. Ik had tienduizend gulden nodig voor een computertje, een fax en een bureau. Die kon ik lenen van Kees. Zo is in mei 1998 Noyons Forwarding begonnen, ik bezat 70% van de aandelen, Kees de andere 30. Kees zette heel zijn netwerk open voor me.’ 

Kees is een harde leermeester voor Marc die zichzelf met terugwerkende kracht omschrijft als een dossiertijger. ‘Vergeet die stapel dossiers! Eérst factureren! Altijd éérst factureren!’ 

Hij lacht erbij. De zaken lopen voorspoedig, maar de importhandel van auto’s is ook onderhevig aan steeds veranderende wet- en regelgeving. Het verdienmodel van Marc moet dan ook voortdurend worden bijgesteld. Niets nieuws, geen paniek. Dat hoort bij het ondernemerschap. En afnemers die weigeren contracten te honoreren…. Iedere ondernemer kent die momenten… die slapeloze nachten… 

‘Mede door Kees’ contacten bij Volkswagen had ik een mooie deal gemaakt om duizend rechtshandige Volkswagen Golfjes te verkopen in Engeland. Ik had intussen Richard Vos aangenomen om de drukte het hoofd te kunnen bieden. Richard werkt nog steeds voor ons.’ 

De beeldspraak ‘het dreigen te verdrinken’ (Noyons!) door de Golfjes ligt voor het grijpen. Maar de realiteit is keihard en een stuk minder romantisch dan de schrijver zou willen. Marc Noyons: 

‘De bewuste klant uit Engeland deed altijd eerst een aanbetaling. Maar voor deze specifieke grote order wilde hij én een korting én wilde hij de aanbetalingsverplichting van tafel. Na lang wikken en wegen ging ik akkoord. De belangen waren groot, maar anderzijds… ik kende die mensen al jaren! Dus maar gedaan. Op 26 december 2003 werd getekend. Maar door prijsveranderingen op de markt en de val van de euro jegens het pond werden die Golfjes ineens veel te duur voor mijn afnemer. Bovendien overleed Kees plotseling tijdens het sporten in de sportschool. Ik stond er voor het eerst in mijn leven echt he-le-maal alleen voor.’ 

Een rekensommetje. Marc heeft 227 rechtshandige Golfjes staan die zijn afnemer bereid is af te nemen tegen een korting van enkele duizenden euro’s, per Golfje. Verlies welgeteld ruim meer dan vijf ton. Het is slikken of stikken. Verdrinken (Noyons!) mag hij niet. Nooit niet. 

‘Ik moest denken aan de levenslessen van mijn vader. Ga op safe. Leen geen geld. Je kent het wel. Ik had besloten om het roer definitief om te gooien. Ik wilde niet langer afhankelijk zijn van de opportuniteit die de markt kan bieden. Die is maar tijdelijk en daardoor te onzeker. Ik wilde zélf een product creëren waar ik achter stond. In 2002 kwam ik in contact met Dick Dekker van Pauw in Zaandam. Eén eerste handdruk… en meteen was er een klik. Ik kocht mijn rechtsgestuurde Golfjes bij Dick. In april 2004 hadden we een lunch samen. Dick wílde wat anders, ik móest wat anders. Op 23 mei 2006 richtten we samen de autoleasemaatschappij ProMobility op. Met een vestiging in Brielle en in Wormerveer. De investeerder was ZuidWest Lease in Goes. We begonnen met op de kop af nul klanten hahaha. Echt, we hebben de hele wereld platgebeld.’ 

De eerste twee jaar wordt ingecalculeerd verlies geleden, totdat de kredietcrisis van 2008 roet in het eten gooit. Weer dreigt Marcs boot te kapseizen (Noyons!). Veel interne discussies, gesprekken en meetings volgen tussen ZuidWest Lease, Marc Noyons en Dick Dekker. Marc besluit een voorstel van ZuidWest Lease voor te leggen aan zijn zwager, eigenaar van een beleggingsmaatschappij in Amsterdam. 

‘Samen bespraken we een herinvesteringspropositie die nieuwe investeerders moest trekken. Na enkele gesprekken kwam de beleggingsmaatschappij tot de conclusie dat ze zelf interesse had om als investeerder met ons in zee te gaan. Ook ZuidWest Lease zag in dat dit een serieuze goede nieuwe partner was. We zijn uiteindelijk in goede harmonie uiteengegaan.’ 

Op 1 mei 2010 is de beleggingsmaatschappij officieel ingestapt. Pas dan voelt Marc, en ook Dick, zich echt vrij en zelfstandig ondernemer. Is dat het allemaal waard geweest? Marc praat over de zwarte sneeuw die hij heeft gezien. Misschien moet iedere ondernemer zwarte sneeuw hebben gezien om stabiel vaarwater te kunnen verwelkomen. 

‘Pas sinds 1 mei 2010 kunnen Dick en ik en onze mensen de persoonlijke betrokkenheid tonen waarmee we ons werkelijk onderscheiden. Groei is prima, maar het mag nooit ten koste gaan van onze dienstverlening. Eén belletje naar ons kantoor moet voor onze klanten genoeg zijn. Eigenlijk precies hoe Kees van Steensel werkt. Eén belletje. Geen blablabla. Meteen actie. Daarom verloopt de samenwerking met Van Steensel Assurantiën ook zo vlotjes.’ 

Op het gebied van duurzaamheid wordt serieus werk gemaakt van een leaseplan voor e-bikes en bovendien aanvaardt ProMobility zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid door de ondersteuning van tal van goede doelenprojecten waaronder het door ProMobility geïnitieerde [Z]aan de Wandel, een jaarlijks terugkerend evenement in de Zaanstreek om geld voor borstkankeronderzoek bijeen te brengen. Het onderstreept de aard van ProMobility als bedrijf en dat van Marc Noyons als mens: 

‘Wij Noyons geven nooit op. Dat waren mijn slotwoorden op de uitvaart van mijn vader. Hij moest één keer de strijd opgeven, die tegen kanker…’ 

Op de terugweg van Geervliet naar Rotterdam zwijgen Kees en ik… nous avons noyé… we zijn verdronken en kopje onder gegaan… in de levensstroom van Marc Noyons.